Longperfusie-ventilatie

1. Algemene opmerking

Onderzoek gebeurt vaak in combinatie met een ventilatie-scintigrafie en wordt dan een V/Q scintigrafie genoemd. Zie tevens indicaties en ventilatiescintigrafie.

2. Doel

Met een longperfusie-scintigrafie wordt  de doorbloeding van de longen in beeld gebracht.

3. Werkingsprincipe

Afbeelding van het perifere (kleinste haarvaatjes) pulmonale vaatbed. Daartoe worden er met Tc⁹⁹ᵐ gelabelde partikels (Tc⁹⁹ᵐ -macro-aggregaten) intraveneus toegediend. Deze partikels lopen vast in de kleinste haarvaatjes van de longen. De verdeling van de tracer in de longen geeft dan de verdeling van de longperfusie weer.

4. Indicaties

Acute longembolen (LE), soms is voor een betrouwbare uitspraak de combinatie met een ventilatie-onderzoek
nodig. LE kunnen ook in het licht gesteld worden met een CT pulmonaire angiografie. Bij keuze tussen beide onderzoeken dient rekening gehouden te worden met meerdere factoren (beschikbaarheid, stralingsbelasting, diagnostische waarde …)
V/Q scintigrafie geniet voorkeur bij:
- Patiënt met contrast-allergie;
- Patiënt met beperkte nierfunctie;
- Ambulante patiënten met lage klinische probabiliteit en normale RX thorax;
- Jonge vrouwelijke patiënt met normale RX-thorax (hoge stralingsbelasting borst van CT pulmonaire angiografie);
- Zwangerschap (er kan een verminderde dosis gegeven worden);
- Patiënt met hoge klinische probabiliteit en normale RX thorax.
- Pre-operatieve kwantificatie van de regionale verdeling van de perfusie van de long, wordt ook vaak in combinatie met een ventilatie-onderzoek gedaan.

5. Contra-indicaties

Geen.
Zwangerschap is slechts een relatieve contra-indicatie. Er  wordt immers een verminderde dosis gegeven en een  langere beeldopname voorzien.

6. Voorbereiding

Niet nuchter.

7. Tijdsplan

Injectie: intraveneus.
Scantijd: 10 minuten (in combinatie met ventilatie: 15 minuten).

8. Verloop onderzoek

Intraveneuze injectie bij patiënt in liggende houding waarbij patiënt enkele keren diep moet in- en uitademen.
Nadien worden er opnames gemaakt welke 10  minuten duren.
Indien het onderzoek gebeurt in combinatie met een ventilatie-scintigrafie zijn er twee mogelijkheden:
- Indien ventilatie-scintigrafie met aërosol: eerst moet patiënt een radio-actief aerosol inademen. Patiënt wordt direct erna onder de camera gelegd en er worden ventilatie-beelden opgenomen (10 minuten). Terwijl patiënt onder de camera blijft liggen, wordt de injectie van de perfusie toegediend en vinden de opnames van de perfusie plaats (bij VQ, duur opnames: 15 minuten).

- Indien ventilatie-scintigrafie met Krypton-gas (gebeurt zeldzaam en is  enkel na bestelling van Krypton-gas mogelijk): de patiënt wordt geïnjecteerd met de perfusietracer en nadien worden er beelden gemaakt terwijl de patiënt het Krypton-gas door een masker inademt. Dus beeldvorming van perfusie en ventilatie vinden op hetzelfde ogenblik plaats.

9. Referenties

Aanbevelingen nulceair geneeskundige diagnostiek, NVNG 1993.