Apparaten

Het infuus

Soms ben je te ziek om te eten. Je krijgt dan vloeibaar voedsel door een slangetje. Dat noemt men een infuus. Het wordt rechtstreeks in je bloed gespoten via een buisje in een ader, bijvoorbeeld op je hand. Daarvoor moet er eerst geprikt worden. Dit kan even pijn doen. Het buisje zit vast aan een slangetje waarop een zakje met voedsel is aangesloten. Het ziet eruit als een doorschijnend papje. Omdat je niet langs je mond eet, heeft het eten ook geen smaak. Je kan met het infuus nog altijd het bed uit. Je kunt het zakje met je mee laten rijden door het rek op wieltjes onderaan de paal.

De stethoscoop

Met een stethoscoop luistert de dokter naar je hart, je longen en je buik. Zo kan hij horen of je hart goed klopt, of je goed ademt en of je darmen in orde zijn. De stethoscoop kan een beetje koud aanvoelen maar het doet geen pijn.

De otoscoop

Met een otoscoop of een oorspiegel kijkt de dokter in je oren. Dat is een soort zaklantaarn met een vergrootglas aan het eind. Het dient om de gehoorgang en het trommelvlies te onderzoeken. Om goed te kunnen kijken trekt de dokter zachtjes aan de oorlel maar dat doet geen pijn.

 

De koortsthermometer

Als je ziek bent, heb je soms ook koorts. Dat betekent dat de temperatuur van je lichaam hoger is dan wanneer je niet ziek bent. De dokter wil graag weten of je koorts hebt en hoeveel koorts je dan hebt. Daarom wordt de koorts gemeten met de koortsthermometer. Deze thermometer meet de lichaamstemperatuur. Dat doet geen pijn. Hier op de prent zie je een digitale koortsthermometer.

De aërosol

De aërosol is een klein rubberen maskertje met een buisje eraan. Het masker wordt over je neus en mond gezet en zit met een elastiek vast rond je hoofd. Aan het masker zit een lange buis waar lucht doorheen wordt geblazen. Deze lucht gaat de medicijnen in het medicijnpotje doen vernevelen. Dat wil zeggen dat het piepkleine druppeltjes worden. Het is zichtbaar onder de vorm van damp. Deze damp moeten we inademen. Dat doet geen pijn. Het apparaatje maakt wel wat lawaai. De aërosol wordt vooral gebruikt als je een verkoudheid of een longontsteking hebt.

De bloeddrukmeter

Met een bloeddrukmeter kun je van buitenaf de druk van je bloed meten. Hiervoor wordt er een band om je bovenarm gedaan. Deze band wordt strak opgepompt. Dat drukt een beetje. Maar daarna loopt de band weer langzaam leeg. Een stethoscoop wordt onder de band gestoken en daarmee kan de dokter het geruis in je slagader horen. De drukmeter geeft aan wat de druk van je bloed is. Je hebt een bovendruk en een onderdruk. Het meten van de bloeddruk doet geen pijn.

Een monitor

Een monitor is een klein computertje dat naast of achter je bed hangt. Jij bent met een aantal draadjes aan dat computertje verbonden. Op de monitor kan de arts of verpleegkundige een aantal dingen aflezen die bij jou gemeten worden. Zoals je hartslag, je bloeddruk en de hoeveelheid zuurstof in je bloed.

Zuurstof meten

Hoeveel zuurstof in je bloed zit, wordt gemeten door een rood lampje aan een draad op je vinger of teen te plakken. Hier voel je niets van.